Henri-Chapelle telt veel gesneuvelden uit Limburg

 

 

 

 

De meeste Amerikanen, die tijdens of vlak na de bevrijding in of bij Zuid-Limburg zijn gesneuveld, hebben hun laatste rustplaats niet op het kerkhof van Margraten gekregen, maar op het Amerikaanse 'Military Cemetery and Memorial' Henri-Chapelle. Dit Belgische ereveld ligt een tiental kilometers ten zuiden van Margraten, net over de grens. Henri-Chapelle is de naam van het nabij gelegen dorp, dat in de 12-de eeuw werd vernoemd naar graaf Hendrik III van Limburg.

 

De geschiedenis van het Henri-Chapelle is met die van Margraten te vergelijken. Het werd op 28 september 1944 in gebruik genomen en was bestemd voor de slachtoffers van het Eerste Amerikaanse Leger. Margraten was oorspronkelijk bedoeld voor het Negende Amerikaanse Leger. Maar er liggen ook soldaten van andere krijgsmachtonderdelen. Onder wie talrijke bemanningsleden van vliegtuigen die in het Zuid­limburgs-Belgische grensgebied werden neergeschoten.

Op dit moment telt Henri-Chapelle 7.989 graven, maar vlak na de Tweede Wereldoorlog waren dat er zeker 22.000. De meeste stoffelijke overschotten zijn na de oorlog, vaak in binnenschepen, naar Antwerpen en van daaruit naar de Verenigde Staten vervoerd. De militairen zijn voornamelijk gedurende twee perioden gesneuveld. De eerste groep tijdens de doorstoot van het Eerste Leger, in de zomer van '44, door Noord-Frankrijk, België, Luxemburg en Nederland. De tweede golf volgde in de winter '44/45, tijdens het Ardennenoffensief. Verreweg de meesten zijn afkomstig van zeker 20 verschillende Amerikaanse Infanteriedivisies en een vijftal Armored Divisies.

Ook in Henri-Chapelle ligt, verscholen tussen de soldaten, een generaal begraven: Frederick W.Castle. Hij was brigade-generaal van de Amerikaanse luchtmacht en stortte op Kerstavond 1944 met zijn vliegtuig neer in de buurt van Henri-Chapelle.

Het kerkhof telt ook twee aalmoezeniers: Luitenant- Kolonel Clerance E. Vincent van de 7th Armored Divisie (vak H., rij 12, graf 49), en Luitenant-Kolonel Thomas H. Reagan van de 78ste Infanteriedivisie, (vak B, rij 15, graf 4). Beiden zijn onderscheiden met de Bronzen Ster en het Purple Heart.

Er liggen 33 broederparen; op één plaats liggen zelfs drie broers naast elkaar. Tussen de kruisen staan 138 Davidsterren. In 94 graven liggen onbekende soldaten. Drie gesneuvelden in Henri-Chapelle hebben de hoogste Amerikaanse onderscheiding, the Medal of Honor.

Voor de aanleg van de wegen en paden hebben de Amerikanen Duitse krijgsgevangenen ingeschakeld, die dagelijks met vrachtwagens tussen het kerkhof en hun kamp bij Luik op en neer werden gereden. Maar ze mochten niet meehelpen met begraven. Als vijanden werden ze daartoe niet waardig geacht. Kwam een van hen ook maar in de buurt van een Amerikaanse graf, dan klonk de woedende kreet: Move that German basterd!

Bij de aanblik van zoveel verminkte Amerikaanse gesneuvelden groeide bij de soldaten en de burgers die met hen meewerkten, de haat tegen de Duitsers met de dag. Soms moesten de krijgsgevangenen zelfs in bescherming worden genomen. Maar, van de andere kant, aten Amerikanen, burgers en Duitse krijgsgevangen op en bij het oorlogskerkhof uit dezelfde pot. Nota bene van een Duitse legerkok, wiens gerechten allerwegen werden geroemd.

 

Een van de burgers die samen met de Amerikanen de schop hanteerde was de Maastrichtenaar Wil Weyenberg. Van december 1944 tot de eerste naoorlogse Memorial Day in mei 1945 werkte hij in Margraten. Daarna - tot eind november 1945 - assisteerde hij afwisselend in Henri-Chapelle en op het oorlogskerkhof van Neuville. „Het was echt dirty werk", zegt hij. „Maar ik heb het met liefde gedaan. Het waren immers onze bevrijders".

Net als in Margraten zijn ook in Henri-Chapelle talrijke graven door families uit de omgeving geadopteerd.

 

 

Artikel: D-Day in Zuid-Limburg (De Limburger 1994)

 

 

Top