Albert Strahle, een vergeten bevrijder
Een
Amerikaan sneuvelde in Keer
door Jo Purnot
In 2004 hoorden redactieleden bij toeval over een
Amerikaanse soldaat die tijdens de bevrijding van ons dorp
op 13 september 1944 hier gesneuveld zou zijn. Opmerkelijk
genoeg had dit drama binnen onze dorpsgemeenschap nauwelijks
aandacht gekregen. In een recordtempo zijn wij toen een
onderzoek gestart. Na al die jaren is het niet gemakkelijk
betrouwbare gegevens boven tafel te krijgen. Maar na een
dertigtal e-mails richting de overzijde van de oceaan en
enig literatuuronderzoek kunnen wij deze anonieme bevrijder
toch nog een naam en een plek geven binnen de historie van
ons dorp. Na vijfenzestig jaar, een kleine revanche.
De bevrijding
Op woensdagmorgen 13 september was het in ons dorp stilte
voor de storm. Het bericht dat de bevrijders in Noorbeek
waren, ging van mond tot mond. De vreugde over wat te
wachten stond, werd getemperd door het drama dat zich de dag
ervoor had afgespeeld. Achter de Voegdíj (Huize St.
Joseph) op enkele tientallen meters van de mergelgroeve
waarin een aantal Keerder gezinnen zich schuil hield, waren
elf Belgische verzetsstrijders en één onbekende Rus of Pool
in koelen bloede gefusilleerd.
Dorpelingen die niet per se buiten moesten zijn, bleven van
de straat en zorgden dat zij zoveel mogelijk beschermd waren
tegen de kogels en granaten die ongetwijfeld aan de
bevrijding zouden voorafgaan. D’n dreuvige, een
Amerikaans verkenningsvliegtuigje, dat de Duitse posities
doorgaf, cirkelde boven het dorp. Dat was het teken dat het
niet lang meer kon duren. En plotseling barstte het los. Het
Duitse geschut boven aan de Duustersjtaeg werd in
korte tijd uitgeschakeld. De eerste Amerikaanse
infanteristen die vanuit Eckelrade kwamen, bereikten rond
14.00 uur boven aan de Duusterstaeg/Groenstraat
the Highway, zoals zij in hun verslagen de Rijksweg
noemden. Alles verliep precies volgens plan.
De Keerdernaren die zich na enige tijd weer op straat
waagden, verbaasden zich over de kauwende soldaten in een
vreemd uniform en met een uitrusting die zij niet kenden.
Velen wisten in het begin niet of zij door Engelse, Canadese
of Amerikaanse militairen bevrijd waren, maar wat maakte het
ook uit. Toen pastoor Durlinger de bevrijders voor de kerk
begroette, vroegen twee officieren de sleutel van de toren
om van daaruit de omgeving te kunnen bekijken.
Wie waren onze
bevrijders?
De bevrijders behoorden tot de 30e
infanterie divisie, bijgenaamd the Old Hickory. Zij
waren ruim een week na D-Day, in de nacht van 13 op 14 juni
1944 vanuit Zuid-Engeland overgebracht naar het strand van
Omaha-Beach bij Vierville sur Mer. De divisie bestond uit
drie regimenten: het 117e, 119e en 120e
regiment infanterie, samen bijna 16000 man. Verder werden de
infanteristen gesteund door het 743e
tankbataljon en geflankeerd door de 113e
cavaleriegroep (the Red Horses). Het 1e
bataljon van het 117e regiment bevrijdde Cadier
en Keer, Bemelen en ’t Rooth. Het 119e regiment
nam Honthem en Margraten voor zijn rekening.
Een Amerikaan gesneuveld
Bij de eerste groep Amerikanen die Keer bevrijdde
was ook soldaat Albert Strahle jr. Hij kwam rond 15.30 uur
tijdens de bevrijdingsactie van ons dorp als enige Amerikaan
om het leven. Killed in action (KIA) zoals dat in
legerkringen heet. Over de juiste plaats wordt nog
gediscussieerd, maar waarschijnlijk in een weiland aan de
Bemelerweg ter hoogte van de splitsing met de Willem
Alexanderstraat. Wij komen hierop nog terug.
Albert jr.
maakte deel uit van het 1e bataljon, B-compagnie van het 177e
regiment infanterie. Hij was dus één van onze daadwerkelijke bevrijders. Het
duurde nog minstens veertien dagen voordat Alberts echtgenote over het drama dat
zich in ons dorp had afgespeeld, werd geïnformeerd. The Progress Times,
en plaatselijke krant in de woonplaats van Albert jr. maakte pas op 8 oktober op
de voorpagina hiervan melding. Of Lilian Pearson, de echtgenote van Albert jr.,
ooit geweten heeft waar haar man precies in the Netherlands is
omgekomen, valt te betwijfelen, want wij gaan ervan uit dat de toenmalige
gemeentelijke autoriteiten geen condoleancebericht naar haar hebben gestuurd.
Wie was Albert Strahle?
Albert was geboren op 3 juni 1909 in Llano in Texas. Van het gezin
waarin hij opgroeide weten wij niet zoveel. Zijn ouders waren Albert sr. en
Hellen Hurst. Anderhalf jaar voor de geboorte van hun zoon waren zij in Llano
getrouwd. Albert jr. bleef het enige kind. Misschien ook omdat moeder Hellen
vrij jong stierf. Vader Albert sr. trouwde opnieuw met Della Fried. Albert jr.
kreeg er niet alleen een stiefmoeder bij, maar ook een stiefbroer, want Della
nam een zoon, Jack Field, mee in haar huwelijk.
Inmiddels was het huisgezin Strahle naar Mission (Texas) verhuisd, waar Albert
jr. een groot deel van zijn jeugd doorbracht. Overigens, toen Albert jr.
sneuvelde was zijn stiefbroer Jack Field ook in militaire dienst. Hij diende bij
de marine.
Vader Albert sr. was ook
geboren in Texas, maar zijn ouders waren vanuit Duitsland
naar Amerika geëmigreerd. Albert jr. doorliep in Mission de
basisschool. Daarna ging hij naar het Edinburg Junior
College en Schreiner Institute in Kerville (militaire
academie). Op dit laatste instituut bleef hij waarschijnlijk
maar een jaar.
Een jaar voor het uitbreken van de oorlog trouwde Albert jr.
met Lilian Pearson. Na hun huwelijk ging het kersverse
echtpaar in McAllen (Texas) kort bij de Mexicaanse grens
wonen. Hier werkte hij verscheidene jaren bij de Texas
Compagny, naar wij kunnen nagaan een oliemaatschappij.
Albert jr. en Lilian hadden geen kinderen.
Zijn militaire
loopbaan
Albert jr. was geen beroepsmilitair, dus vermoedelijk was
hij reservist. Nadat hij zich in februari 1944 weer voor
dienst moest melden, ontving hij zijn training in Camp
Wheeler, Macon (Georgia). Na zijn training daar ging hij in
juni met groot verlof, dat was zijn laatste maand thuis. Na
zijn terugkomst in Camp Wheeler werd hij naar Fort Meade (Maryland)
gestuurd voor een korte training voordat hij ingescheept
werd. Via een zeer kort verblijf in Engeland werd Albert jr.
op 31 juli 1944 in Frankrijk als vervanger bij de B
Compagnie van het 17e regiment van de 30e
divisie gevoegd. Hij nam deel aan de zware gevechten rond
het Franse plaatsje Mortain. Zijn eenheid werd hiervoor
onderscheiden met een eervolle vermelding (Distinguished
Unit Badge).
Zoals wij
hierboven reeds lazen, maakte Albert jr. deel uit van de groep die Cadier en
Keer bevrijdde. In het after-action rapport van de 13e
september wordt met geen woord over zijn dood gerept. Erg vreemd, maar niet
ongebruikelijk, want die after action rapports lezend, komen wij zelden
namen tegen met de vermelding KIA (direct dood) en DOW (dood als gevolg van
opgelopen verwondingen).
Terug naar zijn vaderland
Het stoffelijk overschot van Albert jr. werd vanuit Keer afgevoerd naar
het Belgische Fosse, een (tijdelijke) Amerikaanse begraafplaats in de buurt van
Namen. Later, eind jaren veertig, liet zijn familie Albert jr. terugkeren naar
zijn geboortegrond in Texas. Daar op de begraafplaats Laurel Hill te Mission (Texas)
richtten zijn ouders een mausoleum voor hem op.
Tenslotte
Ons onderzoek naar Albert Strahle jr. is nog niet afgerond.
Keerdernaren die meer weten over de situatie waarin Albert om het leven kwam, of
die hem hebben gezien, worden verzocht ons hierover te informeren.
Wij hebben ook nog steeds contact met verschillende instanties in Texas. Het is
(nog) niet gelukt zijn echtgenote Lilian Pearson op te sporen, maar
waarschijnlijk is zij reeds overleden. Mocht dat niet het geval zijn dan zouden
wij haar graag laten weten, dat ook na vijfenzestig jaar, wij haar Albert niet
vergeten zijn.
Literatuur: J.G.M.J. Gouverne, US Army in
Zuid-Limburg.
Met dank aan Jef Wetsels (Eijsden), Pierre Daemen (Geleen), Raymon Spronck
en Sjef Vliegen.
Gesneuveld tijdens de
bevrijding van ons dorp
Nogmaals…Albert Strahle jr:
door Jo Purnot
In september 2004 is bij
gelegenheid van zestig jaar bevrijding in de Keerder Kroniek
een artikel verschenen over Albert Strahle jr., een vergeten
bevrijder. Hij sneuvelde in ons dorp op 13 september 1944,
Killed in action, zoals dat in legerkringen heet. Albert
maakte deel uit van de B compagnie van het 1ste
bataljon van het 117 de infanterie regiment van de 30ste
Divisie (Old Hickory). Inmiddels hebben wij van het
Amerikaans Ministerie van Defensie het dossier van Albert
ontvangen. Daardoor kunnen wij nog enige aanvullend
informatie geven.
Albert Strahle jr. was 35 jaar
oud, hij was getrouwd en had geen kinderen. Tot zijn
huwelijk met Lillian Pearson in 1939 woonde hij in Mission,
een stadje in het uiterste zuiden van Texas. Daarna verhuist
hij met zijn echtgenote naar MC Allen (Texas) Zie voor meer
persoonlijke gegevens Keerder Kroniek, jaargang 7, pag.149.
Albert sneuvelde in een
weiland aan de Bemelerweg, ongeveer ter hoogte van de
huidige T-splitsing met de Willem Alexanderstraat. In zijn
dossier staat vermeld dat hij om het leven is gekomen door
vijandelijk vuur. Uit verklaringen van Keerdenaren menen wij
te kunnen afleiden dat in een weiland langs de Bemelerweg,
iets noordelijker dan waar tegenwoordig het woonwagenlamp
is, zich een Duitser in een boom verschanst had, die
richting Rijksweg vuurde. Albert werd door die kogels
dodelijk getroffen. Volgens ooggetuigen hebben collega’s van
Albert hem nog overgebracht naar de schuilkelder die zich
achter het voormalig café, hoek Bemelerweg – Rijksweg
bevond. Volgens onze zegslieden zou de Duitser die de
schoten loste, naderhand zelf ten prooi zijn gevallen aan
Amerikaanse kogels. Maar een bewijs hiervoor ontbreekt. De
dag erna, 14 september, werd Albert op de tijdelijke
Amerikaanse militaire begraafplaats te Fosse (B) in vak B,
rij 9, graf 90 begraven. Hij werd geflankeerd door Louis
Defede (graf 89) en Harold Smith (graf 91). Op 4 oktober
licht het War Department de echtgenote Lillian
Strahle – Pearson in over de dood van haar man. Lillian
reageert met veel ongeloof, zij kan het niet bevatten dat
Albert niet meer in leven is. Herhaaldelijk schrijft zij
naar allerlei instanties waarin zij uitlegt dat zij oprecht
hoopt en bidt dat er een fout is gemaakt. Als zij op 2 april
1945 zijn trouwring toegestuurd krijgt, twijfelt zij of het
zijn trouwring wel is Albert is al bijna zeven maanden dood
als Lillian schrijft: “I still do not believe that my
husband is gone as I believe that he is still alive some
where over there”.
Op 29 juni ontvangt zij zijn
overige bezittingen. Waarschijnlijk kan zij dan pas zijn
overlijden aanvaarden; in ieder geval stopt zij dan met
brieven schrijven naar de militaire instanties. Wel machtigt
zij haar schoonvader om Albert terug te halen naar zijn
vaderland. Op 9 april 1949 komt het stoffelijk overschot van
Albert aan in Mission (Texas), waar Lillian inmiddels (weer)
is gaan wonen. Albert wordt herbegraven op de begraafplaats
Laurel Hill. Daar heeft zijn vader een mausoleum voor hem
gebouwd.
Plaquette op Mausoleum
1 Februari 2010, Onthulling
monument (replica) in Mission. TX
More info
|